Patanjali

Patanjali – “grondlegger” van de moderne Yoga.

 Eén van de belangrijkste teksten binnen de yoga traditie zijn de yoga sutra’s van Patanjali. Rond 300 voor Christus leefde er een grammaticus Sanskriet met de naam Patanjali aan wie deze teksten, sutra’s, worden toegeschreven. Er wordt ook wel beweerd dat de sutra’s door meerdere schrijvers zijn opgesteld en dat er later stukken aan zijn toegevoegd.

De sutra’s (letterlijk: draden) zijn een reeks aforismen waarin de yoga filosofie en praktijk in bondige stukjes uiteengezet wordt. In die tijd werden de teksten uit het hoofd geleerd en mondeling overgedragen. Later zijn de lessen van Patanjali op schrift gesteld.

Het achtvoudige pad van Patanjali                     

Patanjali beschreef ruim tweeduizend jaar geleden in zijn Yoga Sutra’s acht verschillende stadia van yoga. In 195 kernachtige zinnen of aforismen wordt uiteengezet wat het pad van yoga is en hoe je een zinvol leven kunt leiden.

  1. YAMA: deze regels zijn voor iedereen toepasbaar en beschrijven het omgaan met elkaar en de buitenwereld. Deze regels zijn: geweldloosheid, waarheidslievendheid, niet stelen, zelfcon- trole en begeerteloosheid
  1. NIYAMA: dit zijn individuele disciplines, zelfbeheersing met betrekking tot jezelf. Deze disci- plines zijn : reinheid, tevredenheid, soberheid, zelfstudie en devotie.
  1. ASANA: dit is het beoefenen van de lichaamshoudingen waardoor er stabiliteit en gezondheid ontstaat, zowel lichamelijk als mentaal.
  1. PRANAYAMA: het beheersen van de adem, Prana duidt op adem, sterkte, vitaliteit en leven. Door het reguleren van de adem (ritmische ademhaling) wordt de geest kalm en kunnen we ons denken beheersen. De adem als ritmisch patroon dat rust brengt in ons denken en concentratie mogelijk maakt.
  1. PRATYAHARA: de geest bevrijden van de zintuigen. Een voortdurend en gedisciplineerd onderzoek van jezelf en van de voorwerpen waarnaar je zintuigen je doen verlangen zodat er uiteindelijk een gelijke gemoedrust ontstaat ten opzichte van hitte en kou, pijn en plezier of geëerd en geminacht worden
  1. DHARANA: concentratie, op één punt gericht zijn. Het verstand, ego en rede onder controle brengen. Hoe ga je om met je verstand? Het verstand is het geheel van gedachten die heel moeilijk onder controle te brengen zijn omdat ze zo snel wisselen. Door te kijken hoe we denken en op welke wijze we ons verstand kunnen gebruiken is het mogelijk om ons zonder verwarring op één ding te richten.
  1. DHYANA: meditatie ontstaat als de toestand van concentratie ononderbroken blijft. Vanuit deze blijvende concentratie komen we in een vertraging en ontspanning terecht van waaruit we kunnen kijken naar onszelf, onze manier van handelen in plaats van de handelingen die we verrichten. Het is het kijken naar de verbindingen die we aan gaan met onze gedachten en gevoelens in plaats van te kijken naar de gedachten en gevoelens op zich.
  1. SAMADHI: inleiding tot verlichting, de laatste stap, totale absorptie. Dit is een toestand waarin lichaam en zintuigen in rust verkeren maar de mentale en intellectuele vermogens alert zijn alsof je waakt. Het is het uitstijgen boven het normale bewustzijn. Een vrede die alle begrip te boven gaat.

Met Yama en Niyama leren we onze driften en emoties te beheersen en blijven we in harmonie met onze medemens. Door middel van Asana houden we het lichaam gezond en in harmonie met de natuur. Hierdoor worden we meester over ons lichaam.

Pranayama en Pratyahara leren ons het beheersen van onze adem en daarmee ook het beheersen van onze geest. We bevrijden onze geest van de zintuiglijke begeerten.

Dharana, Dhyana en Samadhi voeren ons naar het meest innerlijke. We kijken niet naar de hemel om god te vinden. We vinden het goddelijke in onszelf. Deze laatste drie stadia brengen en houden ons in harmonie met onszelf en de kosmos.

 

“We have been blessed as human beings with three facets – body, mind and soul. Soul is the highest self; body and mind are there to serve the soul. The only situation where we fail is when we start to serve either the body or the mind. When two servants start serving each other, the master goes hungry. That is why souls are hungry, souls are empty and souls are in pain. The purpose of life, the attitude of life, is to serve the soul.” -Yogi Bhajan